Vrijdag 6 juni 2003.

Great Smokey Mountains National Park

Vandaag dus ons eerste bezoek aan een van de vele nationale parken die Amerika rijk is. De omgeving waar we overigens overnacht hebben was het Walhalla, dus hebben we in de indianen hemel vertoefd zullen we maar denken. Vandaag zijn we alsvolgt gereden:



Eerste stop bij de White Waterfall, een kleine 20 minuten bij onze laatste overnachtingsplaats vandaan. Daar aangekomen (na een klein stukje lopen) ontvouwde zich een schitterend panorama. De waterval valt tientallen meters naar beneden, volgens "kenners" die erbij stonden een hoger verval als de Niagara watervallen, maar dat gaan we dan nog wel bekijken volgende week.



Er dicht bijkomen lukte niet, het pad erheen was nauwelijks begaanbaar en zeer onduidelijk over de te nemen richting, dus dat hebben we maar laten zitten
Uiteraard loopt er altijd wel iemand die behulpzaam wil zijn met het maken van een foto, dus een keer allebei erop.



Het rijden was inmiddels een stuk minder makkelijk geworden, de weg slingerde zich door de bergen heen, waardoor je op een andere manier met een automatiche versnellingsbak moet omgaan. De Camper is veel zwaarder als een normale auto, waardoor het remmen en bochtenwerk veel concentratie vraagt. Een gemiddelde snelheid van 35 mph haal je dan ook nauwelijks.
Op de kaart leek het niet zo'n grote afstand naar het begin van het National Park, maar dat was dus een misrekening, door de vele bochten in de weg, duurde het aanzienlijk langer dan gepland voordat we bij het park aankwamen.
Een deel van de route erheen loopt over toppen van een bergrug heen, waardoor je een deel op een hoogte van 1.500 tot 2.000 meter rijdt.



Fantastische vergezichten over de met bossen bedekte bergen. Geen dorpen e.d. te vinden, dus voldoende brandstof hebben is geen overbodige luxe, als je stil komt te staan moet je maar zien hoe je verder komt.



Bij de ingang van het park ligt een openlucht museum(pje), waar een aantal gebouwen uit de periode 1800-1870 bijeengebracht zijn om de "moderne" mens te laten zien onder welke moeilijke omstandigheden de bewoners van het gebied in die tijd leefden.


Het hoogste punt van het park ligt op ruim 6.000 feet en is met de auto goed te bereiken. De laatste halve mijl moet per voet over een glad asfalt pad, en dus zelfs voor dikste (en daar lopen er hier nogal een paar van, niet geloven zeg) Amerikanen bereikbaar. Vanaf de toren heb je een fantastich uitzicht over de Smokey Mountains, jammer genoeg was het inmiddels gaan betrekken, waardoor het uitzicht snel minder werd.
Opvallend zijn de vele dode bomen boven op de berg, dit schijnt het gevolg te zijn van een of ander kevertje die de bomen aantasten, wardoor deze vrij snel dood gaan. Een bestrijding heeft men tot op heden niet kunnen vinden.



In het National Park is geen campground geschikt voor RV's, dus waren we aangewezen op een commerciele campground. Aan de voet van de bergen ligt het plaatsje Pigeon Forge, voor ons niet meer als een naam op de kaart, maar dat blijkt dus anders te zijn als je hier aankomt. Een enorme drukte met een enorme diversiteit aan "recreatie" mogelijkheden. Vermoedelijk komt Dolly Parton hier vandaan, er is een heel pretpark met haar naam erop gevestigd. Een commerciele campground is dus een heel andere ervaring, een drukte van jewelste, alles staat hutje aan mutje op elkaar gepakt. Fasciliteiten zijn wel erg goed op dit soort campgrounds (dit was er een van KOA), maar ja, daar betaal je dan ook voor. In verhouding tot de State Park camgrounds is dit 3x zo duur. ($15,- t.o.v. $45).



Dus ook maar weer proberen te barbecuen, en het lijkt wel of we er patent op hebben, het vuur zit nog niet in de barbecue, of de lucht betrekt en binnen een half uur regent het. We hebben het maar weer opgelost door een tent van de tafel te maken.



Morgen richting Mammoth Cave, het grootste grottenstelsel van de V.S.